Vorige week leidden advocaten Walter Van Steenbrugge en Christine Mussche een burgerlijke vordering in bij de rechtbank van eerste aanleg in Gent tegen de Heilige Stoel, de Belgische bisschoppen en de hogere oversten van de Belgische religieuzen, in naam van een groepering van slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk. Ik maak mij bedenkingen bij deze procedure, maar mijn diploma in de rechten is te ver weg om daar met de nodige bevoegdheid over te debatteren. Wat het kerkelijk recht betreft, heeft professor Torfs gezegd wat diende gezegd te worden.
Het enige dat ik bij deze nog herhaal en zal blijven zeggen, is dat slachtoffers er veel beter voor zouden staan, indien de Commissie Adriaenssens haar helend werk had kunnen afronden. Ik ben dus nog steeds heel kwaad over het verplichte stopzetten van haar werkzaamheden, omwille van de – inmiddels onwettige verklaarde – inbeslagname van al haar dossiers door Operatie Kelk. Ik hoop de komende arbitrageprocedure voor de slachtoffers een vreedzamere ervaring zal worden.
Waarover ik wel commentaar kwijt wil, is over hetgeen meester Van Steenbrugge bijna een jaar geleden, met name op 15 juli 2010 in de krant De Morgen (p.15) schreef, toen hij voor het eerst uitkwam met zijn zgn. ‘class action’. Ik citeer: “Op grond van deze leer kan de verjaringstermijn dus pas een aanvang nemen vanaf het ogenblik dat het slachtoffer duidelijkheid heeft verkregen over wie en wat. In de huidige Belgische context is die duidelijkheid pas écht aan de orde ingevolge de pastorale brief van 19 mei 2010 uitgaande van de Belgische bisschoppen en administrators van België, waaruit volgende passages dienen te worden onthouden: « We moeten bekennen dat kerkelijke verantwoordelijken de ernst van het misbruik van kinderen en de omvang van de gevolgen ervan onvoldoende hebben onderkend. Door te zwijgen werd voorrang gegeven aan de goede naam van het kerkelijk instituut of een kerkelijke persoon boven de waardigheid van het kind als slachtoffer. Daders kregen een nieuwe kans, terwijl slachtoffers door het leven gingen met kwetsuren die niet of nauwelijks konden genezen. Aan wie slachtoffer werden van misbruik vragen wij om vergeving, zowel voor het misbruik zelf als voor de onzorgvuldige behandeling ervan. » (…) « Tegelijk weten we dat de wortels van het misbruik dieper reiken dan de persoonlijke problematiek van individuele personen. Seksueel misbruik in de kerk heeft onder meer te maken met de manier waarop gezag wordt uitgeoefend. Daarom moet de kerk eerlijk naar zichzelf durven kijken en vormen van gezagsuitoefening willen veranderen die mee aanleiding kunnen geven tot het misbruik van kinderen. Dit zal zowel moed als nederigheid vragen, vooral van de bisschoppen en de andere verantwoordelijken in de kerkgemeenschap. »
En meester Van Steenbrugge concludeert: “Een schuldbekentenis die kan tellen en definitief het deksel van de pot heeft opengetrokken. (…)Voor het bekomen van een schadevergoeding, is de pastorale brief van 19 mei 2010 het kroonbewijs van de fout en is het causaal verband tussen die fout en de schade van het slachtoffer snel gelegd. Indien een falend beleid van de kerkelijke autoriteiten wordt aangeduid als medeoorzaak van de schade spreekt men van een voortdurend onrechtmatige daad, met voortdurende schade. In die situatie loont de doofpot niet, en kan geen garen worden gesponnen van de verjaringstermijn, wat overigens maar rechtvaardig is en aansluit bij de bedoeling van de wetgever ”. Einde citaat.
Mijn commentaar:
Eerst goed nieuws: Er is dan toch nog iemand die zich herinnert aan de moedige pastorale brief van onze bisschoppen. Ik heb na mei 2010 zoveel mediacommentatoren en politici horen klagen dat de Kerk zelfs niet om vergeving had gevraagd. Gelukkig heeft advocaat Van Steenbrugge een beter geheugen.
Dan het minder goed nieuws: Wat ik erg vind, is dat de advocaat een symbolische geste omtovert tot een gerechtelijke bekentenis. Indien hij daarin gevolgd wordt, dan wordt “sorry” een gevaarlijk woord. Erkennen ouders bepaalde misstappen in hun opvoeding? Naar de rechtbank ermee. Zegt de Premier dat België in de Kongo, of nog gedurende de Rwandese genocide, niet altijd de gepaste beslissingen heeft genomen? De regering naar Den Haag. Vraagt burgemeester Janssens vergiffenis voor wat de Antwerpse politie de Joden heeft aangedaan gedurende de laatste wereldoorlog? Klacht tegen de Sinjorenstad indienen… “Dangerous game”.
De slachtoffers van kindermisbruik hebben recht op erkenning. De komende arbitrageprocedure zal tevens beslissen over eventuele vormen van extralegale vergoeding. Voor de rest heeft iedere burger het recht zich te wenden tot een rechtbank. Indien er kan bewezen worden dat een kerklelijke leider in een bepaald dossier effectief schuldig verzuim heeft gepleegd, dan kan het gerecht hem daarvoor rekenschap vragen. Maar een collectieve morele verantwoordelijkheid met gerechtelijke schuld verwarren is m.i. helemaal uit den boze. De bisschoppelijke brief van mei 2010 is een symbolische akte van spijt voor een pijnlijk verleden, uitgesproken in naam van een collectiviteit. Indien een rechtssysteem daarvan een gerechtelijke bekentenis van schuld maakt, dan wordt een poort breed geopend voor een koele en kale samenleving. Een wereld waar het woord “sorry” gevaarlijk wordt.