Wie mijn twee jongste posts leest (ze werden wel in het Frans geschreven) zal ondervinden dat ik het dragen van een boerka in het openbaar als problematisch ervaar en dus begrip toon voor het verbod gestemd door onze parlementariërs. (Misschien had de wet wat grondiger doordacht moeten worden, maar goed…) Dit gezegd zijnde, moest ik wel eventjes slikken toen ik het stuk van een niet onbekende columnist in De Morgen van vandaag las (p.14): “De Kamer keurde bijna unaniem het verbod op het dragen van de boerka goed. Alleen Eva Brems (Groen!) stemde tegen, en dat vind ik schandelijk. Eva Brems draagt dan wel geen hoofddoek, maar wel een blinddoek.(… ) Het is het hedendaagse equivalent van de Jodenster tijdens de naziperiode. (…) De boerka is net als de Jodenster opgedrongen door een groep die zich superieur acht tegenover anderen. De nazi’s vonden de ariërs superieur tegenover de Joden, vandaag denken orthodox islamitische mannen hetzelfde over hun vrouwen”. Einde citaat. Persoonlijk vind ik dat men respect moet tonen voor een parlementariër die de durf heeft om haar eigen mening te uiten tegen alle collega’s in. Dat is een teken van moed, die beter verdient dan afgeblaft te worden. En de boerka met de Jodenster vergelijken, is ook niet de subtielste analyse van het jaar… Boerka’s zijn democratisch ongezond omdat ze elke vorm van sociaal contact met andersdenkenden op een afstand houden. Maar wie niet oplet, zal misschien ooit ontdekken dat hij/zij mentaal ook een boerka draagt. Onzichtbaar en daarom des te gevaarlijker.